De kerstboom is de deur uit, dus er zijn ook minder lichtjes in huis. In de donkere dagen zijn lichtjes toch extra gezellig, helemaal kaarslicht. Nog leuker is het om zelf kaarsen te maken. Het is niet moeilijk. Het enige wat je nodig hebt is restjes van oude kaarsen, lont, satéstokjes, (oude) steelplan, een schaal of kleiner pannetje en vormpjes om je kaarsen in te doen.
Je kunt er voor kiezen om de kaarsen in de vormpjes te laten, zoals bij theekopjes of mooie jampotjes. Je kunt er ook voor kiezen om de vorm van de kaars af te halen. Denk hierbij aan de verpakking van mona toetjes en andere plastic malen die kapot mogen, je kunt ook lege melk en yoghurt pakken gebruiken.
Aan de slag. Laat de restjes oude kaars langzaam au bain-marie smelten in de oude schaal in je oude steelpannetje. Zet ondertussen de kaarsmallen klaar. Knoop of plak de lontjes aan de satéstokjes en hang deze in de kaarsmallen. Als het oude kaarsvet gesmolten is giet je dit voorzichtig in de mallen. Laat het kaarsvet goed drogen. Verwijder eventueel de mal.
Het is ook erg leuk om een kaars te maken met verschillende kleuren, een heel leuk effect is om dit in laagjes te doen. Laat elk laagje gekleurde kaarsvet eerst drogen en giet daarna pas de volgende laag gesmolten kaarsvet in de mal. Het duurt iets langer voordat je je kaars dan klaar hebt, maar het resultaat is dan ook heel origineel.